Tulpen komen voor in bijna alle kleuren van de regenboog. De kleuren rood, oranje, geel, roze, paars, groen, maar ook wit en bijna zwart. Zwart is eigenlijk heel donker paars. De kleur blauw ontbreekt, een blauwe tulp bestaat niet. Wie weet zal deze in de toekomst worden ontwikkeld.
Vooralsnog is er genoeg keuze, niet alleen in kleur ook in soorten. Er zijn tulpen met gekartelde bloemen, meerkleurige bloemen, enkele of dubbele bloemen. Lees verder en ontdek alles over de verschillende soorten en kleuren tulpen.
Tulpen bollen
Tulpenbollen plant je in het najaar, in oktober of november. Om te kunnen bloeien hebben tulpen een koude winter en koude nachten nodig. Om nieuwe tulpenbollen te krijgen, kun je de originele bol pellen. Daar zitten kleine ‘baby ’bollen in. Als je deze uitplant in het najaar, groeien deze bolletjes uit tot goede bollen. De volwassen tulpen bollen die je in het najaar hebt geplant bloeien van begin april tot half mei, een beetje afhankelijk van de soort.
Kopen van tulpenbollen
Let er bij het kopen van tulpen op dat je gezonde bollen koopt. Koop geen bollen met verkleuringen, schimmel of die al uitgelopen zijn, zacht zijn of andere beschadigingen hebben. Een goede tulpenbol hoort er glad, stevig en onbeschadigd uit te zien. Wil je de tulpenbollen nog even bewaren voordat je ze plant, doe dit dan op een donkere droge plek.
Tulipa
Je zou denken dat de tulp uit Nederland komt, aangezien het zo ongeveer een nationaal kenmerk is. Dit is echter niet zo. De tulp komt van oorsprong waarschijnlijk uit Turkije. De naam van de tulp komt van het woord ‘Tulipan’, wat tulband betekent. Dit kan je met wat fantasie wel uit de vorm van de bloem halen. Nederland is beroemd om zijn gecultiveerde bloembollen. Daarmee zijn we een van de belangrijkste exportlanden voor tulpen en tulpenbollen. Met de tulpenvelden en de Keukenhof trekken de tulpen veel toeristen in Nederland.
Soorten tulpen
Er zijn ontzettend veel soorten tulpen, ongeveer 75 soorten en 3000 variëteiten. Ze hebben allemaal hun eigen botanische naam. Er zijn tulpen die genoemd zijn naar beroemdheden, zoals Jan des Bouvrie, Annie Schilder en Prins Willem Alexander.
Tulipa sylvestris
De bostulp is de enige tulp die je inheems in Nederland tegenkomt. Gelet op de naam, kun je opmaken dat hij graag in het bos groeit. Toch heeft deze soort graag wat zon, liefst minimaal een halve dag. De bostulp houdt van een voedselrijke bodem. Het is een geelkleurige tulp die ongeveer 30 centimeter hoog wordt.
Tulipa tarda
Een wilde tulp met wijd openstaande bloemen met puntig bloemblad. De kleur van het bloemblad is geel, waarbij het puntje wit van kleur is. De hoogte van de wilde tulp is ongeveer 10 tot 15 centimeter. Een mooie soort om te laten verwilderen in je tuin.
Tulipa turkestanica
Een roomwitte bloem met een geel hart. De bloembladen staan wijd uit elkaar en lopen spits toe in een punt. De hoogte van deze tulpsoort is 20 tot 25 centimeter. Liefst staat hij op een plekje in de zon. Herkenbaar is het groengrijze blad van de Tulipa turkestanica.
Tulipa gesneriana
De tuintulp is de Nederlandse naam waar de Tulipa gesneriana onder bekend staat. De bloemen zijn rechtopstaand in verschillende kleuren: rood, oranje, geel, wit of donkerpaars. 50 centimeter hoog word de bloem en de bloei is in april en mei.
Tulipa clusiana
Een kleine sierlijke tulp in de kleuren wit met rood met stervormige bloeiwijze. De hoogte van de bloem zal ongeveer 25 centimeter zijn. Een bijzondere soort met groengrijs puntvormig blad. Een variant bloeit in de kleuren rood met geel.
Tulipa linifolia
Een tulp die mooi past in een bloemenweide. Sierlijk gevormd met rode bloemen met een zwart hart. Een geschikte tulp voor op een zonnig plekje om te verwilderen. Hij wordt 10 tot 15 centimeter hoog en bloeit wat later in de tulpenbloeiperiode.
Tulipa saxatilis
Een lieflijk klein tulpje dat makkelijk bloeit en graag verwilderd. De bloem is komvormig met een geel hart en paarse meeldraden. De bloembladen zijn zachtlilaroze van kleur. De tulp bloeit in april en wordt 20 tot 30 centimeter hoog. Verwilderd makkelijk op een plekje in de zon of halfschaduw.
Tulipa negrita
Een klassieke tulp met een warm paarse kleur. Met zijn lange stengels een uitstekende snijbloem. Een van de tulpen met een langere bloeitijd. Wanneer je hem op een zonnige plek op vruchtbare grond plant zal hij jaarlijks terugkeren.
Pioentulp
Een dubbele tulp, met goedgevulde bloemen. Door de meerdere bloemblaadjes neemt de bloem toe in volume. In verschillende kleuren is de pioentulp verkrijgbaar; geel, roze, wit, rood, zalmkleurig, of met meerdere kleuren.
Parkiettulp
Een parkiettulp of papegaaitulp is een tulp met een gerafeld en gekruld bloemblad. Erg bijzonder om te zien en een eyecatcher in je border. Met zijn lange bloemstelen en grote bloemen zal hij zeker opvallen. Papegaaitulpen zijn er in uiteenlopende kleuren. De zwarte variant is een opvallende en bekende soort. Naast vele enkele kleuren zijn er ook soorten met meerdere kleuren, bijvoorbeeld rood met wit of rood met geel.
Tulpen planten
Tulpen plant je in het najaar. Na een koude winter en koude nachten zal in het voorjaar de bloem uit de bol opkomen. Tulpen staan liefst op een zonnige plek of een plek in de halfschaduw. Het beste gedijt de tulp op vruchtbare grond.
Maak een gat in de bodem waar je de tulp wilt hebben, gemiddeld 10 tot 12 centimeter diep. Kijk op de verpakking van de tulp hoe diep de soort die je hebt precies geplant moet worden en hoever je de bollen van elkaar moet planten. In potten en bakken zijn tulpenbollen goed te planten. Dicht het gat met aarde en heb geduld. In het voorjaar kun je genieten van je prachtige bloemen.
Wanneer tulpen planten
Tulpen plant je in het najaar, in de maanden september, oktober of november. In ieder geval voor de eerste vorst kun je de bollen het beste in de grond hebben.
Verzorging tulpen
Nadat de tulpen zijn uitgebloeid kun je het loof het beste zolang mogelijk nog aan de bol laten zitten. De bol haalt hier de voedingsstoffen uit voor de bloei voor het volgende jaar. Pas als het loof is afgestorven kun je het weghalen. De bollen kun je dan het beste rooien en laten drogen. Wanneer ze goed droog zijn kun je ze op een donkere droge plaats bewaren om ze het najaar erop weer in de grond te planten. Ook de verwilderingbollen, die zullen verschijnen aan de bestaande bollen kun je op deze manier rooien, bewaren en weer planten.
